De eerste Nederlandse vrije school startte in 1922 in Den Haag. In 1935 volgde de Zeister Vrije School. In de jaren 1966 tot 1970 breidde de school in Zeist zich uit en de bovenbouw (VO) ontstond. Na 1970 zijn in de regio Midden-Nederland nieuwe vrije scholen voor kleuter- en basisonderwijs opgericht in Driebergen, de Bilt, Amersfoort, Hilversum en Utrecht. De bovenbouw van de Zeister Vrije School is in 1985 verzelfstandigd tot de Stichtse Vrije School en fungeert als regionale bovenbouw voor alle vrije scholen in de omgeving. Sinds 2003 is de bovenbouw van de Tobiasschool (een voormalige ‘vrije’ vso-lom school) als Tobiasstroom opgenomen in de Stichtse Vrije School. In Nederland zijn momenteel bijna honderd vrije scholen, waarvan 21 voor voortgezet onderwijs. Zij zijn verenigd in de Vereniging van Vrije Scholen die de gezamenlijke belangen van de scholen behartigt. De Landelijke Schoolbegeleidingsdienst geeft ondersteuning; samen met Vrijeschool Pabo te Leiden verzorgen zij ook opleidingen/cursussen en begeleiding van leraren aan vrije scholen. Zie verder op onze website voor nadere informatie over deze organisaties. Gezamenlijk maken al deze scholen en instituten deel uit van de wereldwijde vrije schoolbeweging.
In de laatste vijftien jaar hebben in het onderwijs in Nederland ingrijpende veranderingen plaatsgevonden. Het toezicht op het onderwijs is verscherpt en er zijn door de overheid veel wijzigingen in het onderwijs afgedwongen. Daarmee is ook een deel van de vrijheid om het onderwijs naar eigen inzichten vorm te geven verloren gegaan. Dat heeft de vrije scholen - met een eigen internationaal curriculum en een eigen pedagogische-didactische achtergrond - voor een aantal belangrijke keuzes gezet met betrekking tot de inrichting van ons onderwijs. Wij hebben tot nu toe ingezet op een maximaal behoud van de mogelijkheden om de leerlingen ontwikkelingsgericht onderwijs aan te bieden en om de landelijke vereisten met betrekking tot onder andere de examentrajecten daarin een plaats te geven. We hebben wel onze leertrajecten moeten inkorten (geen “13e klas” meer) en een grotere invloed van de examenvoorbereiding op het onderwijsprogramma moeten accepteren. Het is ons uitgangspunt, dat ook bij toekomstige veranderingen in de onderwijsregelgeving, de brede ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen centraal blijven staan en we inhoudelijk, sociaal en praktisch waarde(n)vol onderwijs zullen blijven bieden.
In Nederland werken de vrijescholen samen in de Vereniging van Vrijescholen. Via deze link kunt u de website van de vereniging bezoeken.