Havo en vwo in de Tweede Fase
Het Tweede Fase examen (havo en vwo) kent drie te beoordelen
onderdelen:
Het gemeenschappelijk deel, dat gericht is op
een voldoende brede basisontwikkeling. Het omvat de vakken Nederlands, Engels,
Duits of Frans (alleen algemeen verplicht in vwo), algemene natuurwetenschap,
culturele en kunstzinnige vorming, maatschappijleer en lichamelijke opvoeding.
Het profieldeel. De leerling moet kiezen tussen
4 ‘afstudeerrichtingen’ (profielen): Cultuur & Maatschappij, Economie &
Maatschappij, Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. In dit deel
moeten ook vakkeuzes gemaakt worden.
Het vrije deel, waarin de leerling een eigen
keuze kan maken. Hierin moet een extra profielvak, eventueel uit een ander
profiel, gekozen worden. Wij op de Stichtse Vrije School noemen dit deel ‘het
derde deel’, omdat de vrijheid hierbinnen beperkt is en er vanuit de
gemeenschappelijke vrije schoollessen al voor een groot deel invulling aan
gegeven wordt.
Op onze school hebben de leerlingen uit de afgelopen
examenjaren telkens hun eigen keuzes gemaakt voor wat betreft het
examenprofiel. Per jaar verschillen de verhoudingen wat, maar binnen het vwo
was er een duidelijke voorkeur voor de exacte profielen. Inmiddels is dit min
of meer in evenwicht met de maatschappijprofielen. Wel is er een verschuiving
geweest van het profiel Natuur en Gezondheid naar Natuur en Techniek, naar
aanleiding van het feit dat steeds meer studies het techniekprofiel verplicht
zijn gaan stellen (o.a. geneeskunde).
Het examen zelf bestaat uit twee delen:
- Het Schoolexamen. Dit heeft de vorm van een examendossier,
dat voor VWO in klas 10, 11, 12 en Havo klas 11 en 12wordt opgebouwd. In het
Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) wordt vanaf klas 10 aangegeven welke
toetsen, praktische opdrachten en handelingsopdrachten mee zullen tellen voor
het schoolexamen. De opdrachten betreffen ten dele het vrije schoolprogramma,
ten dele speciaal met het oog op de examens gegeven leerstof. Al deze
opdrachten samen vormen voor iedere individuele leerling het examendossier. De
school is, binnen bepaalde wettelijke grenzen, verantwoordelijk voor de
vormgeving en de inhoud van het PTA en het examendossier. De leerling is
verantwoordelijk voor het zorgvuldig bewaren van het -nagekeken en beoordeelde-
teruggegeven werk. Het kan zijn dat dit werk nog eens getoond moet worden om
eventuele fouten of omissies in de cijferregistratie te verbeteren.
Het examendossier is via Magister in te zien.
Toelating tot het Centraal Examen is pas mogelijk als het
examendossier volledig is afgerond. De toetsen voor het schoolexamen worden
voornamelijk afgenomen in toetsweken.
- Het Centraal Examen. Dit wordt landelijk afgenomen in de
maand mei van het examenjaar. In het Centraal Examen worden Nederlands, de
moderne vreemde talen en de meeste profielvakken (ook het derdedeelvak)
geëxamineerd. Het eindcijfer in deze vakken wordt voor de helft bepaald door
het Schoolexamencijfer en voor de andere helft door het Centraal Examen
cijfer. Voor de andere vakken bestaat het eindcijfer uit het (afgeronde)
Schoolexamencijfer. Meer details zijn te vinden in de studiegidsen.
De meeste leerlingen doen in de 12e klas het havo of vwo centraal
examen.
De leerlingen die het havo-examentraject volgen, doen in de
tiende klas eerst mavo examen. Zo zijn ook de havoleerlingen in de gelegenheid
om het aangeboden, twaalfjarige vrije schoolprogramma te doorlopen.
Eindwerkstuk/ profielwerkstuk
Als afsluiting van de vrije schooltijd werken de leerlingen
aan een eigen individueel afsluitingsproject: het eindwerkstuk (of
sectorwerkstuk voor de leerlingen in het mavotraject, zie verder hierboven). De leerling is vrij in de keuze van de vorm en inhoud van
dit werkstuk. Het belangrijkste is dat de leerling iets kiest waar hij/zij
enthousiast van wordt en waarin iets te onderzoeken valt. Hierbij wordt het
volgende gevraagd;
- Wat ga je doen?
- Wat ga je maken?
- Wie of wat ga je ontmoeten?
- Wat ga je onderzoeken? En;
- Wat heeft het met je zelf te maken?
Het eindwerkstuk kan zo een inspiratiebron worden en de kans
geven om dingen te ondernemen die hij/zij altijd al wilde doen. Er zijn wel enkele voorwaarden waaraan het werkstuk moet
voldoen;
- Het eindwerkstuk bestaat uit een schriftelijke-
en een kunstzinnige- of praktische verwerking;
- De leerling maakt een werkstuk waarin ook een
schriftelijk verslag van het werkproces is opgenomen;
- Het eindwerkstuk is een werkstuk dat een
verbinding moet hebben met een of meerdere grote vakken waarin je eindexamen
doet;
- De leerling geeft een presentatie over zijn
eindwerkstuk.
Elke leerling krijgt een eindwerkstukbegeleider toe bedeeld.
Deze begeleidt de leerling bij het proces en voert gesprekken met de leerling
over inhoud en vorm van het werkstuk. Daarnaast wordt er ook nog een
inhoudelijke begeleider toegewezen die het examenvak vertegenwoordigt. De eindwerkstukpresentaties vinden plaats aan het begin van
de 12e klas. De leerlingen verzorgen met elkaar het programma van de
presentaties. Tijdens de presentaties worden ook de werkstukken en
kunstobjecten tentoongesteld. De presentaties zijn openbaar; iedereen is
welkom.
Na de presentatie maakt de eindwerkstukbegeleider samen met
de inhoudelijke begeleider een beoordeling van het werkstuk, waarin het
resultaat, de werkwijze en het proces beschreven worden. De
eindwerkstukbegeleider schrijft deze beoordeling in het eindgetuigschrift. Uiteindelijk zal het eindcijfer opgenomen worden in het
examendossier (als profielwerkstuk) als onderdeel van het combinatiecijfer. Meer informatie over het eindwerkstuk is te vinden op de pagina exameninformatie.
Informatie en keuzemomenten in klas 9 t/m 12
In klas 9 worden ouders en leerlingen schriftelijk en
mondeling geïnformeerd over de examenvoorbereiding voor mavo, havo of vwo en het
keuze- en adviseringstraject. Voor de voorlichting en advisering over
de examenniveaus in klas 9 is een aparte keuzecoördinator aangesteld.
In klas 7 en 8 is al gewerkt met verschillende
niveaubeoordelingen, waarvan de ouders ook de resultaten krijgen (in de
rapporten). Elke leerling krijgt, na een
niveau-indicatie in december en een voorlopig besluit in februari/maart waarop
ouders en leerling nog kunnen reageren, aan het eind van het schooljaar een
definitief examentraject toegewezen door de schoolleiding, op basis van het
advies van de lerarenvergadering. Ouders en leerlingen kunnen gedurende het
keuzeproces hun wensen en verwachtingen te kennen geven, maar het uiteindelijke
advies van de lerarenvergadering op basis van de toelatingscriteria geeft de
doorslag. Het gaat hierbij naast de cijfers voor toetsen (maar ook voor
onverwachte so’s en mo’s) en de getoonde cognitieve vermogens ook om
competenties als motivatie, zelfstandige werkhouding, het maken van het
huiswerk, de omgang met de stof e.d. In sommige gevallen kan een proeftraject
in de 10e klas tot de mogelijkheden behoren. De lerarenvergadering moet echter
wel achter het besluit tot een proeftraject staan.
Leerlingen die nog tijd nodig hebben om hun vermogens goed
te laten zien, kunnen eventueel via het mavo-examen alsnog naar het
havotraject doorstromen. Voor deze doorstroming zijn duidelijke criteria
opgesteld en dit is slechts mogelijk voor profiel C&M en E&M. In klas 12 wordt dan eindexamen havo gedaan.
Het heterogene klassenverband wordt, waar mogelijk,
gehandhaafd. Leerlingen die in klas 10 mavo- examen doen zitten in hun examenjaar in
de periodelessen en bij een aantal vaklessen (zie tabel) gewoon bij hun
klasgenoten die havo of vwo volgen. Hetzelfde geldt ook voor de havo- en
vwo-leerlingen in de 11e en een deel van de 12e klas. Hoewel hierbij moet
worden opgemerkt, dat de klassen na het vertrek van de mavo-leerlingen, eind
10e klas, mogelijk opnieuw worden ingedeeld. In sommige situaties kan ook al
eerder tot een herschikking van de klassen besloten worden, als het
leerlingenaantal daartoe aanleiding geeft.
Aan het einde van klas 10 en 11 geeft de lerarenvergadering
aan de hand van de resultaten opnieuw een examenadvies aan die leerlingen
waarvan de resultaten nog achterblijven.
Toelatingsprocedure voor de examenklassen
De leraren van klas 9 t/m 12 bespreken de toelating tot de
eindexamenklassen in de toelatingsvergadering. Eind klas 9 betreft dit de
mavokandidaten, eind klas 10 en 11 betreft dit de havo- en vwo kandidaten. De
studiebegeleiders doen op grond van deze vergadering en eventuele aanvullende
gegevens een beargumenteerde voordracht ten aanzien van toelating of afwijzing,
waarna de schoolleiding besluit. Ook voor deze situatie geldt weer dat alle
schoolopdrachten naar behoren gemaakt moeten zijn, wil de leerling toegang
krijgen tot de lessen in het examenjaar.
Studiebegeleiding
Vanaf klas 10 krijgt elke leerling studiebegeleiding. De studiebegeleiders hebben tot taak de individuele leerling te begeleiden in het examenwerktraject en waar nodig bij te sturen.
Voor de 10e, 11e en 12e klassen wordt gewerkt met een centraal leerlingendossier in het administratieprogramma Magister. Hierin worden de opdrachten, beoordelingen en andere gegevens opgenomen. De studiebegeleider maakt van dit dossier gebruik om de leerlingen te begeleiden. In klas 11 en 12 zijn momenten in het jaar ingelast, waarop nog eens speciaal gekeken wordt naar de stand van zaken met betrekking tot eventuele werkachterstanden. Al het werk moet dan in orde zijn. Als dit niet het geval is, wordt de leerling naar huis gestuurd om het werk op te halen en op school af te maken.