In het Elsevier-onderzoek Beste Scholen van januari 2017 krijgt het vwo-onderwijs van de Stichtse Vrije School de beoordeling ‘Superschool’ (zie Superscholen ).
Voor het 16e jaar onderzocht het weekblad Elsevier alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland om te komen tot een onafhankelijk rapport waarin ouders en leerlingen oordelen vinden over de kwaliteit van het onderwijs. Het rapport is gebaseerd op de gegevens die bij DUO en de onderwijsinspectie te vinden zijn. De inspectie heeft nieuwe overzichten en berekeningen ontwikkeld en ook Elsevier heeft het overzicht aangepast. Hierbij is de term “superschool” geïntroduceerd voor de scholen met de beste examenresultaten en de minste “zittenblijvers”. De Stichtse is een van de twee vwo-scholen die deze kwalificatie heeft gekregen.
Het is niet voor het eerste dat de Stichtse Vrije School hoog in de ranglijsten staat. Tien jaar geleden was de Stichtse al eens ‘de beste school Nederland’ voor vwo en mavo, volgens dagblad Trouw, dat toen de lijsten van Jaap Dronkers publiceerde. In de tussenliggende jaren werd de school ook met hoge beoordelingen vereerd voor de verschillende examenrichtingen.
Daar zijn we natuurlijk blij mee. Genormeerde resultaten doen er toe in onze samenleving; leerlingen kunnen laten zien wat ze op cognitief gebied kunnen en hebben de resultaten nodig om verder te komen in het vervolgonderwijs.
Voor ons als vrijeschool blijven de examens een bijproduct van ons onderwijs. Niet onbelangrijk, maar het hoofddoel is een brede ontwikkeling van de leerling op sociaal/emotioneel, praktisch/kunstzinnig en beschouwend/analytisch gebied. Of, vanuit het perspectief van onderwijsfilosoof Gert Biesta gezien: het gaat om de socialisatie, de persoonsvorming en de kwalificatie. Daar blijven we met elkaar aan werken en ontwikkelen en dat geldt zowel voor leerlingen als voor leraren.
Het aardige van de goede kwalificatie-resultaten is het gegeven, dat onze vwo-ers een groot deel van hun school- en lestijd samen zijn opgetrokken met leerlingen die uiteindelijk met een mavo- of havodiploma de schooltijd hebben afgerond. Dat is dus geen belemmering om super-vwo-er te worden. Tegelijkertijd zijn er relatief veel leerlingen die op een hoger niveau uitkomen dan het advies van de basisschool; dat wijkt in gunstige zin sterk af van de landelijke gemiddelden. Het met elkaar leren en pas in een later stadium een examenrichting kiezen werpt dus op alle fronten zijn vruchten af.